De integratie van de Maoïstische strijders blijft de gemoederen in Nepal bezighouden. Hoeveel willen – of mogen – er in het Nepalese leger? Het lijken er steeds minder te worden. Dat betekent dat steeds méér soldaten met ‘voluntarily retirement’ gaan, ofwel direct uitbetaald willen worden, hetgeen een aanslag op de staatskas is.
Enkele getallen op een rij. De UNMIN (United Nation’s Mission In Nepal) telde in 2007 een totaal van 32.250 Maoïstische combatants. Dit aantal nam af tot 23.600 na een nadere verificatie, omdat een groot aantal strijders niet meer kwam opdagen of gewoon niet bleek te bestaan. Vervolgens werden de ‘minors’ en ‘late recruits’ er uit gezeefd, zodat er nog 19.600 strijders overbleven. Daarna vertrok de UNMIN uit Nepal en nam een Special Committee de zaak over.
Deze commissie ging nogmaals tellen in de verschillende Cantonments, in November 2011. Daar bleken nog 17.000 strijders over, ofwel bijna de helft van het oorspronkelijke aantal. Hen werd de keus gegeven: vrijwillig pensioen of integratie in het reguliere Nepalese leger. 7300 personen wilden met pensioen, 9700 in het leger.
Dit aantal daalt nu gestaag. Redenen: veel minder PLA strijders komen in aanmerking voor een (hogere) officiersrang dan eerder werd gedacht, de overige manschappen zijn bang om afgescheept te worden met inferieure rang en/of taakstelling, en voorts heeft het leger een minimumeis gesteld aan ‘education’ en ‘skills’. Deze screening doet een groot aantal afvallen; de pechvogels die niet door deze test komen worden vriendelijk – doch met dwingende argumenten – verzocht om vooral te kiezen voor voluntarily retirement.
Derhalve: niet de begrote 9700 maar naar schatting 3600 manschappen zullen toetreden tot het leger, dat momenteel 105.000 manschappen telt.
Minister van Financiën Barshaman Pun had 5.75 miljard Roepie uitgetrokken voor het ‘vrijwillige pensioen’ van de Maoïstische soldaten , maar dat bedrag zal nu vele miljarden hoger uitvallen.
Waar dat geld vandaan moet komen, is niet duidelijk. ‘Andere ministeries moeten bijdragen,’ zegt de minister, ‘want die hebben vast wel geld over.’ In zijn eigen ministerie wordt geld gevonden ‘by pooling funds from not so important headings’.
Het klinkt lekker rekbaar, de bestrijding van dit begrotingstekort. Iets voor het Catshuis?