Het heeft niet zo mogen zijn. Vandaag, de vijfde Republic Day – en dus een ‘feestdag’ in Nepal – heeft de Republiek Nepal averij opgelopen. Vier jaar lang ruzie maken over de constitution heeft tot niets geleid. Er is geen grondwet, zelfs niet het begin er van. De handdoek ligt midden in de ring te stinken, men spuwt er op. Tot op het laatst hebben de politici ‘hun best’ gedaan, zeggen ze, maar de wil ‘om er uit te komen’ ontbrak. En dus is Nepal voor de zoveelste maal in onzekerheid gestort.
In 2007 werd koning Gyanendra met vereende – democratische – krachten naar huis gestuurd. Er werd een voorlopig parlement samengesteld dat twee jaar de tijd kreeg om een grondwet te schrijven: de Constituent Assembly. Die twee jaar bleek niet voldoende, er werd nauwelijks enige vooruitgang geboekt. Dus werd het drie jaar. Nog niet voldoende, altijd eindigde het ‘topoverleg’ tussen de ‘politieke leiders’ inconclusive. Dus, vorig jaar voor de laatste maal, nog één keer uitstel, tot 27 Mei 2012. Dat was gisteren, maar de partijen kwamen er niet uit.
Het Hooggerechtshof van Nepal was inmiddels doof geworden voor de smeekbede ‘nóg drie maanden alstublieft’ – het zou waarschijnlijk ook geen zin hebben gehad.
Dus: nieuwe verkiezingen op 22 November, zei Premier Baburam Bhattarai gisteren tegen middernacht, tijdens een kabinetsvergadering waaruit enkele boze ministers al waren weggelopen.